Een cubit is een oude meeteenheid. Het was een van de eerste gestandaardiseerde lengtematen in de geschiedenis en werd gebruikt door verschillende oude beschavingen, waaronder de Egyptenaren, Babyloniërs en Hebreeën.
Een cubit was oorspronkelijk gebaseerd op de lengte van de onderarm, van de elleboog tot het puntje van de middelvinger. De exacte lengte varieerde tussen culturen en tijdperken, maar lag meestal tussen de 44 en 52 centimeter.
De Egyptische koninklijke cubit (ongeveer 52,5 cm) werd veel gebruikt bij de bouw van monumenten zoals de piramides. In de Bijbel wordt de cubit ook regelmatig genoemd als maat voor bijvoorbeeld de ark van Noach en de tempel van Salomo.
Hoewel de cubit niet meer als officiële meeteenheid wordt gebruikt, komt het woord nog wel voor in historische en religieuze teksten.
Een cubit (de oude meeteenheid) is niet de basis van een quantum computer.
Een qubit (quantum bit) is inderdaad de fundamentele eenheid van informatie in quantum computing. Het verschil:
- Cubit = oude lengtemaat (elleboog tot vingertop)
- Qubit = quantum bit, de basisunit van quantum informatie
Een qubit is de quantum versie van een klassieke bit. Waar een gewone bit alleen 0 of 1 kan zijn, kan een qubit door quantum eigenschappen zoals superpositie tegelijkertijd in een combinatie van beide toestanden bestaan. Dit, samen met andere quantum fenomenen zoals verstrengeling (entanglement), geeft quantum computers hun potentiële rekenkracht.
Quantum computers gebruiken dus qubits als hun fundamentele informatie-eenheden, niet cubits. Het zijn alleen toevallig gelijkluidende woorden!