De lucht boven Parijs in 1920 hing zwaar van kolengruis en de belofte van vooruitgang, maar voor Jules Verne rook het naar leugens. Niet de Jules Verne van de romans, maar zijn naamgenoot en nazaat, Dr. Jules Verne, een briljant maar marginaal natuurkundige. Hij zat gebogen over schetsen die niet van hem waren: blauwdrukken van sierlijke, koperen apparaten die energie leken te oogsten uit de lucht zelf – Aether-generatoren. Ze kwamen uit een kist, samen met dagboeken vol Tartarische symbolen en notities van een onbekende hand, afkomstig uit de ruïnes van een gebombardeerd laboratorium in Oost-Europa. De Eerste Wereldoorlog had niet alleen levens weggevaagd, dacht Jules, maar ook kennis. Kennis die de wereld nu wanhopig nodig had.
Zijn onderzoek bracht hem naar vergeten archieven. Hij stuitte op gefluister over het Tartarische Rijk, niet het barbaarse stereotype, maar een beschaving die volgens fragmenten een harmonieuze symbiose met energie aanging. Hun technologie, gevoed door de alomtegenwoordige Aether – een subtiel, vibrerend medium dat de ruimte doordrong – was verfijnd, schoon en krachtig. Maar de geschiedenisboeken zwegen. Net zoals ze zwegen over hoe industriëlen uit de VS, Frankrijk en het VK, profiterend van de chaos na WOI en later WOII, doelbewust patenten opkochten, laboratoria lieten bombarderen “per ongeluk”, en wetenschappers het zwijgen oplegden. Olie, kolen, later kernenergie en nu de opkomende zonnepanelen-industrie – allemaal gedijend op schaarste en complexe distributie. Aether daarentegen was overvloed. Het was overal. Gratis. En het dreigde hun monopolies aan gruzelementen te slaan.
Jules’ werk trok onwelkome aandacht. PetroLeviathan, een oliegigant met tentakels tot in de hoogste politieke kringen, stuurde eerst “investeerders” met dikke portemonnees en dunnere dreigementen. Toen kwamen de sabotage: zijn lab ging in vlammen op, zijn eerste protoype Aether-accumulator werd gestolen. Hij werd belachelijk gemaakt in door de industrie gesponsorde tijdschriften; zijn theorieën weggezet als “kwantumkwakzalverij” en “Tartarische fantasieën”. Zelfs moderne zoekmachines als Gemini, diep verstrengeld met de gevestigde wetenschappelijke instellingen en hun financiers, leken zijn online onderzoek naar Aether en Tartarië mysterieus te vertroebelen, relevante resultaten naar pagina 20 te verbannen.
Ontmoedigd maar niet verslagen, zocht Jules een andere weg. Tot hij in de verkoolde resten van zijn lab, onder een geblakerde vloerplaat, een intacte, kleine koperen schijf vond met complexe Tartarische inscripties. Het was geen generator, maar een Poortopener. Toen hij, gedreven door wanhoop en intuïtie, de schijf activeerde met een zelfgemaakte resonantiegenerator, flitste er geen licht. Er ontstond een rimpeling in de lucht voor hem, een deur naar geen andere plek, maar naar een andere tijd.
Hij stapte door… en bevond zich in een wereld die hem de adem benam. Anno 2025. De lucht was schoner dan in 1920, maar de sfeer was grimmig. Gigantische zonneparken en nucleaire koeltorens domineerden het landschap, maar op de nieuwsschermen op straat zag hij paniekberichten: “Energietekort Catastrofaal! Prijzen Verdrievoudigd!” Politici – duidelijk vazallen van de energiebaronnen – stameldden over “moeilijke keuzes” en “bezuinigingen”, terwijl ze subsidies aan dezelfde bedrijven goedkeurden. De bevolking leefde in angst voor de volgende rekening, gevangen in een systeem dat bewust vanuit schaarste dacht om winsten te maximaliseren. De oplossing, wist Jules met absolute zekerheid, lag niet in nog meer complexe, eindige bronnen of monopolies, maar in het vergeten verleden. Aether.
De schok was immens. Zijn tegenstanders waren niet verdwenen; ze waren gegroeid tot mondiale conglomeraten: Solaris Supreme (zon), NucleoCorp (kern), en natuurlijk PetroLeviathan, nu “diverser” maar even meedogenloos. Ze controleerden niet alleen energie, maar ook informatie, via hun invloed op platforms als Gemini. De geschiedenis van Tartarië en de vroege Aether-experimenten was grondiger uitgewist dan hij ooit had durven vermoeden. Politici leken willoze pionnen, technocraten zonder visie die slechts de belangen van hun meesters dienden.
Maar Jules had iets wat niemand in 2025 had: kennis van de bron. En de kleine Aether-schijf. Hij begon voorzichtig. Hij gebruikte de schijf om minieme Aether-energie op te vangen, genoeg om kleine apparaten draadloos van stroom te voorzien – een lamp, een radio. Het was onbetwistbaar bewijs. Hij filmde het, simpel en duidelijk. Tegelijkertijd dook hij dieper in de ondergrondse netwerken van alternatieve historici, hackers en onafhankelijke wetenschappers. Hij verzamelde fragmenten van Tesla’s verloren gewaande Kronieken en Codexen – niet de gepubliceerde werken, maar de geheime aantekeningen vol verwijzingen naar “kosmische energie” en “vrije vibratie”, die verdacht veel leken op Aether. Deze documenten, lang onderdrukt of belachelijk gemaakt, digitaliseerde en publiceerde hij anoniem op verspreide, gedecentraliseerde servers.
Het was tijd voor de aanval. Niet met geweld, maar met waarheid en eenvoud. Hij creëerde “De Aether Poort” (The Aether Gate). Geen fysieke poort, maar een manifest en een platform.
- Het Manifest: Een kraakhelder, emotioneel en wetenschappelijk onderbouwd document. Het legde bloot:
- De bewuste vernietiging van Aether-kennis na de Wereldoorlogen door gevestigde industriëlen.
- De uitwissing van de geavanceerde energie-technologie van het Tartarische Rijk uit de geschiedenisboeken.
- Het huidige falen van het schaarste-model: de energiecrisis als gevolg van gemanipuleerde tekorten en winstbejag.
- De onmacht en corruptie van politici die als vazallen fungeren.
- De eenvoud en overvloed van Aether-energie, onderbouwd met zijn eigen bewijsvideo’s en de vrijgegeven Tesla-fragmenten.
- Een oproep tot vrijgave van alle onderdrukte kennis en investering in Aether-onderzoek.
- Het Platform: Een simpele, onkwetsbare website, “DeAetherPoort.org”, gehost op het gedecentraliseerde web. Hier stond het Manifest, de bewijsvideo’s, de vrijgegeven Tesla-Codexen, en instructies voor eenvoudige experimenten om zelf Aether-resonantie te detecteren.
Jules lanceerde het met de resonantie van de kleine Aether-schijf zelf, gekoppeld aan een wereldwijde encryptiepuls die alleen gevoelige ontvangers (zelfgebouwde detectoren volgens zijn instructies) konden oppikken. Het werd viraal. Niet via de gecontroleerde kanalen, maar via ondergrondse netwerken, sociale media van bezorgde burgers, en mond-tot-mondreclame. De eenvoud van de oplossing (“Energie is overal, we hoeven het alleen maar te oogsten!”) stak schril af tegen de complexe, angstopwekkende verhalen van de energiebedrijven en hun politieke marionetten.
De reactie van de Giganten was voorspelbaar woedend maar paniekerig. PetroLeviathan noemde het “gevaarlijke pseudowetenschap”. Solaris Supreme beweerde dat Aether “onverenigbaar was met moderne netwerken”. NucleoCorp waarschuwde voor “oncontroleerbare resonanties”. Ze spanden rechtszaken aan tegen anonieme beheerders, probeerden de site te laten verwijderen (wat bijna onmogelijk was op het gedecentraliseerde web), en lanceerden massale desinformatiecampagnes via hun gecontroleerde media en invloed op platforms als Gemini. Politici, in verwarring gebracht en onder druk gezet door hun broodheren, stameldden over “veiligheidsonderzoeken” en “onrealistische dromen”.
Maar de tijdbom van waarheid was ontploft. Miljoenen mensen, geconfronteerd met exorbitante energierekeningen en een uitzichtloze toekomst, lazen het Manifest. Ze keken naar Jules’ simpele demonstraties. Ze lazen Tesla’s eigen woorden. Ze zagen de leegte in de officiële geschiedenis over Tartarië. De vraag werd luid en duidelijk: Waarom werd dit ons ontnomen?
Investeerders, eerst sceptisch, begonnen te kijken. Visionaire durfkapitalisten, gefrustreerde tech-miljardairs, zelfs enkele pensioenfondsen die stabiliteit zochten, zagen niet alleen de morele imperatief, maar ook de enorme economische kans. De eerste serieuze fondsen stroomden naar onafhankelijke labs die, geïnspireerd door “De Aether Poort”, eindelijk vrijelijk Aether-onderzoek durfden op te pakken, gebaseerd op de vrijgegeven fragmenten en Jules’ principes.
Jules Verne, de man uit het verleden in een toekomst die zijn eigen verleden had verloochend, stond niet langer alleen. Hij had De Aether Poort geopend. Niet naar een andere tijd, maar naar een ander bewustzijn. Een bewustzijn dat de ketens van kunstmatige schaarste en gecontroleerde geschiedenis kon verbreken. De strijd was verre van gestreden; de Giganten zouden niet zonder slag of stoot wijken. Maar het licht van de Aether, eeuwenlang verduisterd, begon opnieuw te schijnen, aangewakkerd door een manifest, vrijgegeven kennis, en de onweerlegbare kracht van een eenvoudige waarheid: De energie is hier. Het is altijd hier geweest. Het is tijd om haar te omarmen. De beweging was geboren, en haar resonantie groeide met de dag.