Zeker, en dat is een belangrijk en actueel punt. Hier is een heldere formulering van de gedachte, iets gestructureerder en met iets meer nuance:
De media als vierde macht spelen traditioneel een cruciale rol in het toetsen van de trias politica.
Door hun onafhankelijke waakhondfunctie houden zij wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht scherp. Journalistiek stelt vragen, onthult misstanden en zorgt dat macht verantwoording moet afleggen — een essentieel element voor een gezonde democratie.
Maar de inzet van AI binnen media en journalistiek verandert dit speelveld fundamenteel.
AI-systemen kunnen efficiënt grote hoeveelheden informatie analyseren en verspreiden, maar ze functioneren binnen vooraf bepaalde algoritmische kaders. Deze kaders worden ontworpen door mensen — met alle bijbehorende aannames, belangen en blinde vlekken. Daardoor ontstaat het risico dat bepaalde kritiek niet meer wordt gegenereerd, zichtbaar wordt gemaakt of wordt verspreid.
Waar menselijke journalistiek nog ruimte laat voor intuïtie, afwijkende perspectieven en morele overwegingen, is AI in de kern normerend: het kiest op basis van ingestelde parameters en optimalisatiedoelen. Als die doelen gericht zijn op veiligheid, neutraliteit of winstmaximalisatie, kan dat leiden tot een afvlakking van kritische inhoud.
Kortom: waar de vierde macht ooit macht controleerde, kan zij met hulp van AI onbedoeld bijdragen aan het afschermen of neutraliseren van kritiek.
De democratische balans die de trias politica beoogt, komt daarmee mogelijk onder druk te staan.
Natuurlijk. Hier is een aangepaste versie van de tekst, toegespitst op het Nederlandse medialandschap:
In Nederland vervullen de media traditioneel de rol van ‘vierde macht’.
Ze controleren het handelen van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, en bieden een podium voor maatschappelijk debat en tegenspraak. Denk aan onderzoeksjournalistiek van platforms als Follow the Money, Nieuwsuur, of Argos, die regelmatig misstanden blootleggen binnen overheid en bedrijfsleven. Deze waakhondfunctie is een onmisbaar element in onze parlementaire democratie.
Maar met de opkomst van AI binnen redacties verandert dit landschap ingrijpend.
Steeds meer Nederlandse mediabedrijven maken gebruik van algoritmes voor nieuwsselectie, automatische tekstgeneratie en personalisatie van content. Denk aan het gebruik van AI om nieuwsfeeds op maat aan te bieden of om automatisch berichten te schrijven over beurskoersen, sportuitslagen of politierapporten.
Hoewel dit efficiëntie oplevert, schuilt er ook een risico: de keuzes die AI-systemen maken, zijn gebaseerd op vooraf ingestelde parameters — vaak gericht op bereik, engagement of ‘veiligheid’. Hierdoor ontstaat het gevaar dat gevoelige of controversiële onderwerpen onderbelicht blijven. Kritische verhalen die botsen met populaire meningen of commerciële belangen kunnen makkelijker gefilterd of gedempt worden. Wat niet ‘goed scoort’, wordt minder snel getoond — en verdwijnt daarmee stilletjes uit het publieke blikveld.
De kracht van journalistiek ligt juist in het stellen van ongemakkelijke vragen — niet in het optimaliseren van klikgedrag.
Als AI steeds meer bepaalt wat wel en niet in beeld komt, verliest de vierde macht haar onafhankelijkheid en scherpte. De trias politica wordt dan minder getoetst op kwaliteit, omdat de technologische filters ongemerkt een deel van de kritiek afvangen.
De inzet van AI in de Nederlandse media vraagt daarom om transparantie, redactionele controle én publieke waakzaamheid.
Zonder deze waarborgen bestaat het risico dat de democratische tegenmacht die de media behoren te zijn, geleidelijk vervaagt tot een algoritmisch gefilterde schijn van controle.