De Turingtest is een conceptueel experiment dat in 1950 werd voorgesteld door de Britse wiskundige en computerpionier Alan Turing. Het doel van de test is om te bepalen of een machine intelligent gedrag kan vertonen dat niet te onderscheiden is van dat van een mens.
In de klassieke uitvoering van de test voert een menselijke beoordelaar een geschreven gesprek met zowel een mens als een machine, zonder te weten welke van de twee welke is. Als de beoordelaar er niet in slaagt om de machine als zodanig te identificeren, wordt verondersteld dat de machine een vorm van intelligentie heeft getoond. Het interessante aan de test is dat hij niet per se de ‘echte’ intelligentie of het bewustzijn van de machine meet, maar wel de mate waarin de machine menselijk gedrag kan nadoen.
Deze gedachtegang blijft een belangrijk onderwerp in discussies over kunstmatige intelligentie en de definitie van intelligentie zelf.
De Turingtest wordt tegenwoordig op verschillende manieren toegepast, vooral in de context van kunstmatige intelligentie en chatbots. Hier zijn enkele moderne toepassingen:
- Chatbots en virtuele assistenten: AI-systemen zoals chatbots en spraakassistenten worden getest om te zien hoe goed ze menselijke conversaties kunnen nabootsen. Een bekend voorbeeld is de chatbot Eugene Goostman, die in 2014 beweerde de test te hebben doorstaan A.
- AI-onderzoek: Wetenschappers gebruiken varianten van de Turingtest om te evalueren hoe goed AI-systemen natuurlijke taal begrijpen en genereren B.
- Online interacties: Sommige websites en platforms gebruiken AI om menselijke interacties te simuleren, bijvoorbeeld in klantenservice of sociale media.
Hoewel de test nog steeds een maatstaf is voor AI-intelligentie, zijn er tegenwoordig geavanceerdere methoden om de capaciteiten van AI te beoordelen.
Zoals gezegd is deTuringtest een experiment bedacht door Alan Turing in 1950 om te bepalen of een machine intelligentie kan vertonen die niet te onderscheiden is van die van een mens. Hier is hoe het werkt:
- De opzet: Een menselijke beoordelaar voert een tekstgebaseerd gesprek met twee deelnemers—een mens en een machine—zonder te weten wie wie is.
- De beoordeling: Op basis van de antwoorden probeert de beoordelaar te bepalen welke van de twee een mens is en welke een machine.
- Het doel: Als de machine de beoordelaar kan misleiden zodat die denkt dat hij met een mens praat, wordt aangenomen dat de machine geslaagd is voor de test.
Het idee achter de Turingtest is niet om te bewijzen dat een machine ‘denkt’ zoals een mens, maar om te testen of de machine zich op een mensachtige manier kan gedragen in een gesprek. Inmiddels zijn er geavanceerdere methoden om AI-intelligentie te meten, maar de Turingtest blijft een iconisch concept in de filosofie van kunstmatige intelligentie.