Leestijd: 2 minuten

Het opslaan van data in DNA is een veelbelovende technologie, en onderzoek van onder meer de Radboud Universiteit en TU Eindhoven heeft dit concept al bewezen. Hoogleraar Tom de Greef van de TU Eindhoven, die ook betrokken is bij dit onderzoek, verwacht dat het eerste DNA-datacentrum binnen vijf tot tien jaar operationeel kan zijn.

De connectie met “decentrale computing (Human interface)” is echter uiterst speculatief en bevindt zich nog in het stadium van sciencefiction. Hieronder de factoren die deze koppeling zeer complex maken:

  1. Van dataopslag naar computing
    De onderzoeken richten zich vooral op het gebruik van DNA voor dataopslag vanwege de enorme dichtheid en duurzaamheid. Het is een uitstekend archief. Een kubieke centimeter DNA zou de hele Library of Congress kunnen opslaan. Het omzetten van die dataopslag naar actieve, decentrale computing, vereist echter een enorme sprong in technologie. Hoewel er onderzoek is naar DNA-computing, waarbij moleculaire processen worden gebruikt voor berekeningen, is dit nog in de beginfase en gebeurt dit op microscopisch kleine schaal in een gecontroleerde omgeving (zoals een reageerbuis).
  2. Het ‘Human Interface’ obstakel
    Het idee van het menselijk lichaam als een “decentrale computer” is een grote uitdaging:
  • Fysieke Connectie: Het is onduidelijk hoe een mens direct zou communiceren met een netwerk van DNA-opslag in het lichaam. Het zou een invasieve, bio-compatibele interface vereisen die in staat is om signalen te vertalen tussen binaire data en de chemische structuren van DNA. Dit brengt gigantische technologische en ethische problemen met zich mee.
  • Decentrale Integratie: Decentrale computing (denk aan blockchain of gedistribueerde netwerken) is afhankelijk van vele onafhankelijke knooppunten die met elkaar communiceren. Het integreren van biologische systemen in zo’n netwerk is op dit moment onmogelijk.
  • Snelheid en betrouwbaarheid: De processen van het lezen en schrijven van DNA-data zijn momenteel extreem traag in vergelijking met elektronische systemen. Bovendien zijn biologische processen vatbaar voor fouten, wat de betrouwbaarheid van het netwerk zou ondermijnen.
  • Het is aannemelijker dat DNA-opslag wordt gebruikt in gespecialiseerde, extreem compacte datacentra voor langetermijnarchivering, in plaats van dat het een actieve, door mensen beheerde interface wordt.

Related Post